Tegels leggen - ontkoppeling eenvoudig uitgelegd!

De ondergrond

Zonder de juiste ondergrond lukt het niet. Deze vormt de basis voor het uiteindelijke resultaat. Of het nu gaat om de esthetiek of de duurzame hechting van de tegels. Theoretisch gezien kun je op elke ondergrond tegels leggen. Maar let op! Verschillende ondergronden = verschillende eigenschappen. Dit betekent dat de voorbereidende werkzaamheden individueel op de betreffende ondergrond moeten worden afgestemd.

Over het algemeen geldt: De ondergrond moet stevig, draagkrachtig, stofvrij en droog zijn. Het oppervlak moet vlak zijn en eventuele scheuren moeten worden opgevuld.

Mogelijke problemen:

Scheuren in de ondergrond

Bij het renoveren van oude vloeren kunnen er scheuren in de ondergrond zitten, waardoor het niet mogelijk is om op een veilige manier een nieuwe tegelvloer te leggen.

Ondergrondse spanningen

Afhankelijk van de opbouw en de gebruikte materialen kunnen er spanningen in de ondergrond ontstaan die zich overdragen op de tegelvloer en scheuren veroorzaken. Daarom kunnen er bijvoorbeeld bij beton nog na 6 maanden tot meerdere jaren vormveranderingen optreden. Ook cement- en verwarmingsdekvloeren kunnen vervormen nadat ze zijn belegd met tegels en platen.

Vocht van onderaf

Bij het leggen op anhydrietvloeren kan restvocht uit de vloer zich onder de tegels ophopen en de hechting beschadigen.

De oplossing: ontkoppelingsmatten

Ontkoppelingsmatten beschermen tegels en platen tegen scheuren. Vooral bij grote formaten mag men ontkoppelingsmatten niet achterwege laten. Omdat vloeren door temperatuurverschillen kunnen uitzetten en krimpen, is het altijd raadzaam om een ontkoppelingsmat tussen de oude en de nieuwe vloer te leggen om de verschillende uitzettingscoëfficiënten van de materialen te compenseren. Wie wil er nou een nieuwe vloer leggen die na korte tijd al beschadigd is?

Geschikte ondergronden voor het leggen van tegels zijn onder andere:

1. Cementdekvloer moeten volgens de geldende regels minimaal 28 dagen oud zijn voordat er tegels op worden gelegd en een restvochtgehalte van < 2 CM-% hebben. Verwarmingsdekvloeren en zwevende dekvloeren zijn echter ook later nog vatbaar voor vervormingen en scheurvorming. Met de DURAL ontkoppelingsmat CI++ kunnen cementdekvloeren al met tegels worden belegd zodra deze voldoende beloopbaar is.
2. Calciumsulfaatgebonden gietvloer (anhydrietgebonden gietvloer) Volgens de geldende regels mag het restvochtgehalte bij het leggen van tegels maximaal 0,5 CM-% bedragen. Met de DURAL ontkoppelingsmat CI++ kunnen calciumsulfaatdekvloeren al met tegels worden belegd zodra het restvochtgehalte minder dan 2% bedraagt. Het dekvloeroppervlak moet voor het leggen van de tegels nog worden behandeld (schuren, primeren, enz.).
3. Beton is onderhevig aan een langdurige vormverandering door krimp (=verkorting of volumevermindering van het beton). Ook door kruip (=tijd- en temperatuurafhankelijke visco-elastische vervorming onder constante belasting) kunnen er extra spanningen in het beton ontstaan. Met de DURAL ontkoppelingsmat CI++ worden de spanningen tussen beton en tegelvloer opgenomen, zodat het tegelen direct na het bereiken van een voldoende sterkte, afhankelijk van de betonkwaliteitsklasse, kan plaatsvinden. Bij het leggen van de CI++ matten op jong beton is een passend technisch advies noodzakelijk.
4. Kunststofbekledingen en -coatings moeten een draagbaar oppervlak hebben en voldoende stevig met de ondergrond verbonden zijn, en zodanig zijn dat een geschikte lijm erop hecht en zich kan verankeren met het draagvlies van de ontkoppelingsmat. De compatibiliteit van de lijm met de ondergrond en de CI++ mat moet vooraf worden getest.
5. Houten vloerdelen moeten voldoende draagkrachtig en vlak zijn, zodat tegels in combinatie met de DURAL ontkoppelingsmat CI++ direct gelegd kunnen worden. In de houten ondergrond moet de evenwichtsvocht van ca. 15% gewaarborgd zijn voordat DURABASE CI++ wordt gelegd. Het wordt aanbevolen om bij instabiliteit van de vloerdelen voldoende dikke spaan- of persplaten aan te brengen. Oneffenheden moeten met geschikte vulmiddelen direct op de houten ondergrond worden geëgaliseerd.

Ontkoppelingsmat

Verwerking

1. Bij het op maat snijden van de banen moet erop worden gelet dat, vanwege de thermisch veroorzaakte spanningen en de contactgeluidsisolatie, noch de CI++-ontkoppelingsmat noch de daarmee verbonden keramische bekleding krachtsluitend worden ingeklemd. Afhankelijk van de bekledingsconstructie en de omstandigheden op de bouwplaats moeten randvoegen met een breedte van ca. 5-10 mm (indien nodig ook groter) worden aangebracht.
2. Breng dunbedmortel met een lijmkam van 4 x 4 of 6 x 6 mm aan op de ondergrond. Belangrijk: Gebruik geen grotere lijmkam, omdat anders de dampdrukvereffening van de CI++-mat wordt belemmerd. De keuze van de lijm is afhankelijk van het type ondergrond. De lijm moet aan de ondergrond hechten en zich mechanisch verankeren in het draagvlies van de ontkoppelingsmat. Voor de meeste ondergronden kan een hydraulisch afbindende flexmortel of snel afbindende flexlijm volgens DIN EN 12004 / C2 worden gebruikt.
3. De op maat gemaakte banen moeten absoluut volledig in de lijm worden ingebed met het draagvlies. Het losjes leggen van de CI++ mat is niet mogelijk. De baan wordt ingewerkt met behulp van een aandrukrol of een ander geschikt gereedschap. Hierbij moet rekening worden gehouden met de open tijd van de lijm. Voor binnen- en buitenhoeken moeten de voorgevormde onderdelen worden gebruikt. Dilatatievoegen kunnen worden ingewerkt met de afdichtingsband (ook verkrijgbaar in onze shop).
4. Binnen kunnen de tegels direct na het verlijmen van de DURAL ontkoppelingsmat CI++ in de dunbedmethode worden gelegd met een dunbedmortel die is afgestemd op de eisen van de tegel. Het is raadzaam om in één arbeidsgang de matverdiepingen uit te vullen en vervolgens de dunbedmortel op te kammen. De tanddiepte van de spaan moet voor het tegelwerk op het tegelformaat zijn afgestemd. De tegels moeten volledig in de lijm worden ingebed. De aangegeven open verwerkingstijd van de dunbedmortel moet in acht worden genomen. Arbeidstechnisch kan men ook zo te werk gaan dat pas na het uitharden van de uitvulling met het tegelwerk wordt begonnen. Bij buitenbekleding en sterk belopen oppervlakken, evenals bij grootformaat tegels, moet pas na het uitharden van de CI++ uitvulling met het tegelwerk worden begonnen! Tegels met een geringe dikte (Slim- of Slim/4-tegels) zijn ongeschikt (breukgevaar). Bovendien mogen geen kleine tegels van minder dan 5 x 5 cm worden gebruikt. Om beschadiging van de gelegde baan te voorkomen, wordt aanbevolen deze te beschermen tegen mechanische overbelasting door het leggen van loopborden.

Opmerkingen:

Over het algemeen moeten de algemeen erkende regels der techniek in acht worden genomen!

Voor alle producten/materialen geldt: De bruikbaarheid met betrekking tot mechanische en chemische belastingen moet in elk afzonderlijk geval zorgvuldig worden gecontroleerd voordat de mat wordt gelegd. Bescherm het materiaal tegen langdurige blootstelling aan de zon.

Mocht je nog vragen hebben, neem dan gerust contact met ons op.

Veel succes met het tegelzetten gewenst!

Het team van Alles voor de tegelzetter